opbrengst van één vruchtbaar jaar en voor het andere, de opbrengst van zes jarcn, waaronder j aren van mislukten oogst Het springt immers dadelijk in het oog, dat men geen gevolg trekking mag maken uit de vergelijking der uitkomsten bij het eindexamen over één jaar door eene Hoogere Burgerschool ver kregen, met die, welke de eindexamina over zes achtereen volgende jaren voor andere Hoogere Burgerscholen hebben opgeleverd. Ook onze Hoogere Burgerschool kan wijzen op jarenwaarin de uitkomsten uitstekend gunstig waren; maar de uitkomsten van andere jaren kunnen de totale uitkomst van zes jaren natuurlijk wijzigen. Reeds in 1852 wees de hoogleeraar Vis seeing (Gids, 1852, E enige opmerkingen over de kwestie van den dag) op zoodanig gevaarlijk gebruik der statistiek en geestig hekelde hij die statistici, welke op deze wijze voortcijferende, onder meer, bijv, op hei gebied van pauperisme zouden willen bewijzen, dat de landen, die milddadig zijn door hunnen rijkdom, arm zijn, en dat de landen, die uit armoede karig zijn in weldadigheid, rijk behooren genoemd te wordendie tot de slotsom geraken dat er meer welvaart is in Turkije dan in Nederland, omdat er in het eerste land minder bedeelden dan in het tweede ge vonden worden. Bij de beoordeeling van ons middelbaar onderwijs, mag niet worden voorbij gezien, dat in de eerste jaren na de invoering der wet van 1863, het middelbaar onderwijs, geschoeid op de leestdoor de wet ontworpenhier te lande geheel nieuw was. Schier alles ontbrak. Het ontbrak aan aansluiting tusschen lager- en middelbaar onderwijs; die gaping is ook nu nog niet geheel aangevuld; er ontbrak een voldoend aantal leeraars, geschikt voor het onderwijs in de vele vakken, door de wet voorgeschreven. Hoeveel moeite en belemmering is daardoor in den aanvang niet ontstaan? Zelfs de boeken voor het middelbaar onderwijs noodig, ont braken, een gemis waarin thans wel voor een groot deel is voorzien, maar dat voor sommige vakken zich ook thans nog doet gevoelen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 229