B! De eerste jaren na de invoering der wet van 1863 mogen dus gerust worden afgeteld en beschouwd worden als een proeftijd, waarin men dikwijls in het duister rondtastte en zich vergiste. Directeuren, leeraars en commissiën van toezigt komen thans meer op de hoogte, rusteloos aangespoord en voorgelicht door de inspecteurs van het middelbaar onderwijs. Thans begint men helderder in te zien, waar gebreken be staan waar de fouten schuilenhoewel er steeds gebreken zullen blijven bestaan, die buiten het bereik van het toezigt vallen. Van deze meer verkregen kennis en ervaring hoopt ook onze Commissie gebruik te maken bij de reorganisatie der Hoogere Burgerschool, welke zij voornemens is UEd. Achtbaren voor te dragen tegen den tijd, waarop het nieuw op te rigten gebouw zal kunnen worden betrokken. Onder de punten, waarover niet alleen hier, maar ook op andere plaatsen een minder gunstig oordeel is vernomen, be hoort ook het bestuur, waaraan de leiding der Hoogere Bur gerschool is toevertrouwd; doch bij deze niet altijd van over drijving vrije en billijke beoordeeling van de wijze, waarop de moeijelijke en lastige taak van directeur eener Hoogere Burger school moet worden uitgeoefendziet men te dikwijls voorbij dat toen de wet van 1863 in werking kwameigenlijk niemand noch zij die benoemdennoch zij die de betrekking aanvaardden in den gelieelen omvang kon overzien, wat de betrekking van directeur werkelijk zijn zou. Mannen te vinden, die door encyclopaedischo vorming, zóó hoog geplaatst zijn, zoo verre uitsteken boven, die door wils kracht en tact verstandelijk en zedelijk gezag uitoefenen over het groot aantal leeraren, in zoovele speciale vakken, als ver bonden zijn aan eene Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus, zal steeds met groote bezwaren gepaard gaan. Eenheid en zamenwerking in het onderwijs in het leven te roepenis zeker de eerste pligt van eenen Directeurmaar die pligt is vrij wat gemakkelijker voorgeschreven, dan vervuld. Het tot capita tot census is bij iedere verzameling van individuen een feit en dat feit openbaart zich ook in eene ver zameling van vakgeleerden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 230