Hieraan knoopt zich nóg eene andere opmerking van alge-
meenen aard vast. Het personeel der leeraren aan iedere Hoogere
Burgerschool verbonden is talrijkuitstekende vakgeleerden zijn
onder die leeraren te vinden; maar daaronder waren er ook,
vooral bij de invoering der wet van 1863, die zich wel altijd
op de beoefening van hun vak hadden toegelegd, maar niet
altijd op de kunst van onderwijzen en dieom die reden
paedagogische vorming niet in voldoende mate bezaten. Te
dikwijls werd uit het oog verloren, dat, afgescheiden van het
vak, dat men onderwijst, onderwijzen eene wetenschap op zich
zelve is, die op beginselen gegrond en aan regelen gebonden
is, waarbij rekening moet worden gehouden met het corpus,
waarop men opereert, dat wil zeggen dat hij, die onderwijst,
rekening moet houden met hemdie onderwezen wordt.
Bij sommigen dan ook ontstond dientengevolge de min juiste
opvatting, dat zij meer uitsluitend geroepen waren om eenen
cursus in hun vak te houdenmaar dat zij niet of minder waren
geroepen om te letten op de wijzewaarop de leerling het
onderrigt zich assimileert. Men leeraarde dan meer dan dat
men onderwees.
Voor de uitstekende leerlingen leverde dit minder bezwaar op
maar voor de middelmatigenen van dezen laatsten soort worden
de meesten gevonden, kon dit zeer kwade gevolgen hebben.
De betrekking van leeraar is moeijelijk; zij eischt veel ge
duld, veel pligtbesef, zij eischt de gave van afdalen tot het
peil van minder ontwikkelden. Deze laatste gave wordt niet bij
iedereen gevonden en daarin ligt welligt de reden, waarom zoo
menig bekwaam man, zijn vak grondig verstaande, toch zijn
leerlingen niet die vorderingen ziet maken, die hij verwachtte.
Treedt nu een directeur in zulk een geval tusschenbeide met
zijne raadgevingen of vermaningendan worden dezeook al
zij die directeur zelf een uitstekend vakgeleerde en door lang
jarige ondervinding een goed paedagoog, wel eens niet naar
waarde geschat, omdat de leeraar, vergelende dat paedago
gische beginselen voor het onderwijs in alle vakken passen,
den directeur niet als bevoegd beoordeelaar beschouwt in het
speciale vakwaarin hijleeraaronderwijs geeft.