Sedert eenigen tijd, meer bijzonder in liet afgeloopen jaar heeft ook in den Gemeenteraad de meening weerklank gevon den, dat de Hoogere Burgerschool niet is wat men oordeelt, dat zij zijn moest en ten deele heeft men die uitkomst ook hier aan het beleid van den Directeur geweten. Zoodanig oordeel, hoewel niet altijd uitgesproken in een vorm, overeenkomstig de achting, waarop de directeur onzer Hoogere Burgerschool aanspraak mag maken, zou hem op jeugdiger leeftijd slechts hebben aangespoord tot meerdere krachtinspanningthans even wel op acht en zestigjarigen leeftijd, waarvan vijf en dertig jaren in den dienst der gemeente gesletenheeft de heer Directeur J. H. van Sillevoldt, bij missive van den 12den October 1872ons medegedeeld dat hijhopende daardoor den bloei der Hoogere Burgerschool alhier te kunnen bevorderen, liever, bij gelegenheid van de voorgenomen reorganisatie dier school, wil aftreden en dat hij mitsdien van voornemen is, tegen dat tijdstip een verzoek om eervol ontslag aan den Ge meenteraad te rigtenwat vermoedelijk met den aanvang van den cursus 1873/74 zal zamentreften. In het afgeloopen jaar 1872 onderging het personeel der leeraren meer dan eene wijziging. De heer R. E. J. Roetebink, leeraar in het handteekenen nam zijn ontslag uit die betrekking, zooals reeds in de zitting van den gemeenteraad van den 11 Junij 1872 is medegedeeld. Zijn vertrek werd niet betreurd. Met het oog op het op handen zijnde eind-examen, vereischte echter het gemis aan een leeraar in het handteekenen voor de 5e klasse tijdelijke voorziening. De heer Dr. Koppe schaak, werd bereid gevonden om, terug- keerende tot dit te Leiden reeds door hem onderwezen vak, aan de leerlingen der 5e klasse wekelijks een paar uren les in het handteekenen te geven. Nadat vruchteloos pogingen waren aangewend tot vervulling der betrekking, opengevallen door het vertrek van den heer Roetebink welke ongunstige uitslag moet worden toegeschreven aan het lage cijfer van be zoldiging, besloot de gemeenteraad in zijne zitting van den 9den Augustus tot verhooging dier bezoldiging tot f 1500.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 232