De Raad van bestuur berigt daaromtrent het navolgende: B In den loop van het vervlogen Akademiejaar besloot de Raad tot het oprigten van een Cursus voor vrouwelijke leerlin gen, welke voornamelijk zou strekken, om meisjes, die zich wenschen te bekwamen voor het examen in het handteekenen bij het middelbaar onderwijs, daarvoor geheel te bekwamen.” Het aangekondigd plan slaagde uitnemend, zoodat reeds op De klassen in ProportieAnatomie en Perspectief werden slechts door 8 leerlingen gevolgd. Naar het Antiek groot Pleisterbeeld oefenden zich 5 jonge lieden terwijl 10 leerlingen de klasse van het fragmentpleister vlijtig bezochten. De Boetseerklasse bevatte eveneens 10 leerlingen, die met ijver en talent hunne studiën voortzetten. De afdeeling der Elementaire klasse was, gelijk altijd, druk bezocht. In de drie klassen oefenden zich respectivelyk 2620 en 34 leerlingen, van welke een zeker gedeelte bij afwisseling zich naar voorbeelden en naar pleisterfragmenten en modellen van het gewijzigd stelsel Dupuis oefende. In de klasse Ornament bevonden zich 93 leerlingenvan dezen volgden er 6 de theorie van het ornament en legden er zich 20 toe op het composeien van ornament en het ontwerpen van allerlei voorwerpendie op hun vak van toepassing zijn. Elf leerlingen teekenden naar het pleisterornament31 naar voorbeelden, terwijl ook 31 zich naar het meetkunstig figuur en zeer eenvoudige pleisterornamenten oefenden. De afdeeling Bouwkunde bevatte respectivelijk 1, 8, 20 en 29 leerlingen. Van dezen woonde een achttal den cursus in de geschiedenis en leer der Bouwstijlenbenevens die in de theorie der Perspectief bij. In de eerste klasse bevond zich ditmaal slechts een leerling, aan wiens ontwerp, een concertzaal, de prijs van aanmoediging werd toegekend. Terwijl elders nog veel over het onderwijs aan meisjes werd geredetwist, nam de Akademie zonder veel ophef met dit onderwijs een proef. t

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 242