ding, bewerking of oplossing veel invloed te geven op de
beoordeeling.
De Commissie mag met genoegen constaterendat de meesten
bewijs gaven een goed gebruik gemaakt te hebben van de
lessenterwijl een paar proefteekeningenzoowel als die in den
loop van den cursus vervaardigd, toonden, dat ook het hand
en regtlijnig teekenen door velen met lust en goed gevolg
beoefend was.
De uitslag van de examens op 22, 23 en 24 Julij schrifte
lijk en op 25 Julij mondeling was, dat 9 van de aspiranten de
voldoening mogten smaken het bij de wet bedoelde getuigschrift
te ontvangen, namelijk, J. C. A. G ijzen, met prijs; J. Hidden,
met prijs; J. P. Laarman, met prijs; B. de Groot, 8. van
Praag, C. Doesberg, J. J. Claus, II. Claassen en J. D.
Dresselhuis.
De Commissie meent er op te moeten wijzen, dat deze uit
slag vooral gunstig isomdat in Mei en Junij van elk jaar de
hoogste klasse eenige leerlingen verliest, na elders gunstig
afgelegd examen voor eene of andere betrekking, of die alsdan
gelegenheid vinden geplaatst te worden naar hunne keus. Voor
dit jaar bedroeg dit getal 6, en even als vroeger, zoo ook
nu, zijn dit in den regel de meest ontwikkelde leerlingen, die
zeker met niet minder gunstig gevolg alhier hun eindexamen
zouden hebben afgelegd.
De uitslag van het overgangsexamendoor dezelfde Com
missie afgenomen, was dat 11 leerlingen tot de 2de klasse
konden worden bevorderd, namelijk: A. J. Zeldenrijk, met
prijs; A. J. de Jong, met getuigschrift voor teekenen; G. P.
van der Klugt, met getuigschrift voor vlijt en goed gedrag;
H. J. Errens met idem; C. van Eck, met idem; J. 8.
Gunzel, met getuigschrift voor geschiedenis en Nederlandsche
taal, J. H. Scheltema, A. Sonneveld, J. G. Bos, A. Leth
en A. F. Beukman.
Even als ten vorige jare is ook nu weder gebleken, dat het
voor de meeste leerlingen in deze klasse, die jaarlijks toege
laten worden, moeijelijk is het onderwijs te volgen, ofschoon
dan ook, zoover de Wet dit toelaat, zoo laag en eenvoudig