De Commissie voomoemd,
J. P. Delp rat, President.
W. Blüm, Secretaris.
mogelijk gegeven. Worden de eischen bij de toelating gesteld
nog minder, dan zal dit nog verergeren, terwijl bij meer
strengheid nog veel meer zullen moeten afgewezen worden.
Ofschoon dit laatste zeker minder wenschelijk zou zijn, zoo
meent de Commissie toch dien weg op te moeten en, zonder
groote mate van kennis te eischen, degenen te moeten afwijzen,
die door mindere ontwikkeling weinig of geene vruchten van
het onderwijs kunnen plukken en die daardoor hinderlijk zijn
voor het geheel.