1. Nederlandsciie Taal- en Letterkunde. 2 uren. de taalleer, volgens Dr. Cosijn ra. Fransche Taal- en Letterkunde. 4 uren. f- c. a. b. ti. b. b. e. Voortzetting van de beoefening der spraakleer. Larousse i. Aardrijkskunde. 1 uur. Herhaling van de algemcene aardrijkskunde. Herhaling van de aardrijkskunde van Neêrlandsch-Indië volgens Pijnappel. Natuurkundige aardrijkskunde. E. J. Kiehl: Eerste beginselen van staathuishoudkunde, 2de druk. a. b. c. d. Racines grecques. latines. Opstellen in het Fransch over een vrij gekozen onderwerp. Oefening in het voor de vuist spreken over een onderwerp door den leeraar aan den onderwezene ontleend. Geschiedenis der Letterkundevan het begin der XVIIIde eeuw tot op heden. Oordeelkundige lezing van Alfred de Vigny: Cinq Mars; van Racine: Athalie; van Molière: les Femmes savantes en le Tartuffe. k. Geschiedenis en Staatsinrichting. 3 uren. Voortzetting van de nieuwe geschiedenis volgens de hand leiding van L. Mulder. Overzicht van de onderscheidene staatsinrichtingen van Nederland. Herhaling van de geheele Vaderlandsche ge schiedenis. Algemeene herhaling van en van Dale. Oefeningen in redekunstig spreken en schrijven. Lezing van de Camera Obscura van Hildebrand. Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde, volgens dr. J. ten Brink: Schets eencr Geschiedenis der Ned. Letter kunde, 1ste—3de stuk.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 259