VERSLAG aangaande den staal der Koninklijke Muzijkschool in 1872. Ter voldoening aan de bepaling van het Reglement voor de Koninklijke Muzijkschoolhebben wij wederom de eeraan Uwe Excellentie het Verslag van den staat dier inrigting over het afgeloopen jaar aan te bieden. Als gewoonlijk werd niet lang na de indiening van ons laatste rapport een aanvang gemaakt met het onderzoek naar de vor deringen der leerlingen, gedurende het schooljaar 18711872, den laatsten Junij eindigende. Het examen werduitsluitend ten overstaan der Commissie van Toezigt, gehouden op den 4, 11, 13, 18, 22 en 27 Junij. Daarbij bleek dat de lessen, door de onderwijzers voortdurend met prijzenswaardigen ijver gegeven bevredigende vruchten hadden gedragen. De vorderingen der leerlingen waren natuurlijk met inachtneming van ieders meerderen of minderen aanleg in den regel voldoende, bij enkelen uitstekendbij een gering aantal onvoldoende. Het trok de aandacht dat een deel van de laatsten behoorde tot een kategorie van jongeliedenvan welke men uit hoofde van hunne doorgaans betere opleiding en meerdere ontwikkeling beter mogt verwachten, namelijk tot degenen welke, zonder zich be paald aan de muzijkale loopbaan te willen wijden, op grond van art. 41 van het Reglement, tot de lessen aan de Muzijk school worden toegelaten. Bij nader onderzoek bleek, dat het bij een aantal van dezen eene gewoonte was geworden om zoo het heette dewijl hun op de andere scholendie zij moeten Bijlage AA.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 279