De Boetseerklasse bevatte eveneens 10 leerlingen, die met
ijver en talent hunne studiën voortzetten.
De afdeeling der Elementaire klasse was, gelijk altijd, druk
bezocht. In de drie klassen oefenden zich respectievelijk 26,
20 en 34 leerlingenvan welke een zeker gedeelte bij afwisseling
zich naar voorbeelden en naar pleisterfragmenten en modellen
van het gewijzigd stelsel Dupuis oefende.
In de klasse Ornament bevonden zich 93 leerlingen. Van deze
volgden er 6 de theorie van het ornament en legden er zich
20 toe op het composeren van ornament en het ontwerpen van
allerlei voorwerpen, die op hun vak van toepassing zijn. Elf
leerlingen teekenden naar het pleister-ornament31 naar voor
beelden, terwijl ook 31 zich naar het meetkunstig figuur en
zeer eenvoudige pleister ornamenten oefenden.
De afdeeling Bouwkunde bevatte respectievelijk 1, 8, 20 en
29 leerlingen. Van deze woonde een achttal den cursus in de
Geschiedenis en leer der Bouwstijlen benevens die in de theorie
der Perspectief bij. In de eerste klasse bevond zich ditmaal
slechts één leerling, aan wiens ontwerp, eene concertzaal, de
prijs van aanmoediging werd toegekend.
Naar men zich herinneren zal, bevatte het vorig verslag de
mededeeling van de minder gunstige uitkomstdie het jongste
toelatings-examen had opgeleverd. In het belang van het lager
onderwijs heeft de Raad toen, na deskundigen gehoord te heb
ben, naar de oorzaak van zulk een teleurstellend verschijnsel
een onderzoek ingesteld, en zijne opmerkingen zamengevat in
een uitvoerig rapport, gerigt aan Burgemeester en Wethouders
van ’s Gravenhageen waarvan een afschrift aan den Inspecteur
van het lager Onderwijs in de provincie Zuid-Holland is toe
gezonden.
Dat onderzoek bragt den Raad van bestuur tot het gevoelen
dat, naar zijne bescheiden meening, de ongunstige uitkomsten
niet alleen aan de leerlingen, maar ook voor een deel aan de
inrigting van het onderwijs te wijten zijn. De Raad trachtte
daarbij in eenige vragen, de leemten die z. i. in het lager
onderwijs zouden kunnen bestaan, zamen te trekken. Alleen
de groote belangstelling in het volksonderwijs en de ontwikke-