22 den Zuidbuitencingel; van 40 strekkende meters. Behalve dit werk werd nog een waterleiding gelegd van de Prinsegracht naar de Assendelftstraatlang 300 meters, tot voeding van een brandput, die in laatstgenoemde straat gelegd werd en waardoor in een groote behoefte is voorzien. Verdere uitbreiding werd aan het stelsel van brandputten en waterleidingen niet gegeven’, omdat men de hoop mag koesteren, spoedig in het bezit te zijn eener duinwaterleiding met den aanleg waarvan krachtig wordt voortgegaan. De Heer J. Waldorp, als Ingenieur met dien aanleg belast, heeft ons door een uitvoerig verslag over dit belangrijk werk, dat als bijlage N hierachter is gevoegd, in de ge legenheid gesteld, den stand dezer zaak algemeen bekend te maken. Bij de beproeving der brandputten met de stoombrand- spuit is telkens gebleken, dat die putten volkomen aan het doel beantwoorden; ook die bij de Oranjekazerne, waarvan de leiding verbeterd is, bleek bij de beproeving voldoende te zijn. 4°. Pompe n. In 1872 werden op verzoek van de bewoners der na te melden buurten nog Nortonwellen geboord: in de Frederikstraat voor het Rozenhofje aan aan het Oranjeplein over de Slicherstraat aan de Hooftskade; aan den Zuidwal over de Beestenmarkt; op de Prinsegracht tegenover den Oliënberg. De Nortonpompen gaven voortdurend overvloedig goed drinkbaar water; door den sterken aandrang van het grond water in het najaar werd evenwel bij sommige putten veel zand aangevoerd, ten gevolge waarvan de buizen moesten worden geruimd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 28