Alzoo te zamen 115 maar ook wegens de bestaande gelegenheid aan genoemd pare, waaraan meer en meer de voorkeur wordt gegeven, ditmaal een belangrijk minder gebruik gemaakt. En ofschoon zich dit eenigermate liet verwachtenheeft het Burgerlijk Armbestuur gemeend, ter bevordering van inenting en herinenting, de instandhouding der gelegenheid van zijnentwege, vooralsnog te moeten voorstaan. Het aantal inentingen, door Heeren Gemeente-geneeskunst- oefenaren in die vier zomermaanden verrigtbedroeg slechts 45 en door Dr. J. van der Mandele te Schcveningen70 Het aantal verlossingendoor de gemeente-vroedvrouwen ver rigt, bedroeg in 1872 131waarvan 37 te Scheveningev. Blijkens de daaromtrent door HH. gemeente-verloskundigen ingezonden rap porten was de afloop daarvan gunstig voor 130 vrouwen en 133 kinderenwaarvan 75 van het mannelijk en 56 van het vrou welijk geslacht, terwijl voor 2 geboorten de afloop ongunstig is geweest en ééne moeder is bezweken. In verband met het hiervoren vermelde zijn bij gevolg ook de uitkomsten van het finantiëel beheer in het afgeloopen jaar allezins gunstig geweest. En ofschoon dienaangaande alle bijzon derheden uit de dezer dagen overgelegde rekening volledig blijken, meent het Burgerlijk Armbestuur te dezer plaatse de aandacht meer bepaald op het navolgende te mogen vestigen. De ontvangsten en uitgaven bleven f 4805.06 beneden die van 1871, en waren ƒ2278.644 minder dan het voor 1872 geraamde bedrag. Van het subsidie ad ƒ86,100 toegestaan, werd ƒ1689.024 minder aangevraagd en werd 3089.02] minder gevorderd dan voor 1871. Terwijl de gewone onderstand in verhouding tot 1871 ƒ2046.124 minder vorderde, is de genees kundige ƒ1971,424 daar beneden gebleven. En ofschoon nu de voordeelige uitkomsten van 1872 niet als maatstaf voor volgende jaren kan geldenof bij gevolgtrekking tot eene voortgaande vermindering kan doen besluitendaar die uitkomsten veeltijds van bijzondere omstandigheden afhankelijk zijnmeent het Burgerlijk Armbestuur ten deze zijn vroeger

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 304