i 1 it H i I I groote zekerheid voor het kapitaal en een behoorlijk rentegenot. Het aanbod overtrof de vraag. Er werd ingeschreven voor een bedrag van ƒ140.000, welke geheele som het Bestuur door U gemachtigdheeft aangenomen. Er bestaat gegronde verwachting dat ten gevolge dezer ruime hulpbron het aangekochte terrein terstond in zijn geheel zal kunnen worden volbouwd. In beheer en verhuring heeft het Bestuur geene moeielijk- heden ondervonden. Het werkelijk bedrag der ontvangen huur penningen voor de 398 woningen der Vereeniging heeft blijkens de rekening en verantwoording beloopen eene som van 29537.85. Kunnen wij steeds vermelden dat de huur geregeld wordt vol daan dit jaar was zulks in bijzondere mate het gevaldaar even als in 1870, geene enkele wanbetaling plaats vond. Met de aflossing van schuld is men geregeld voortgegaan. Van de 4 pCt. leening zijn 36 aandeelen uitgeloot tot een ge zamenlijk bedrag van ƒ9000. Had het Bestuur op de in 1869 te Amsterdam gehouden Internationale Tentoonstelling van voorwerpen voor de huishou ding en het bedrijf van den handwerksman een mahoniehouten model ingezonden van de zeer doelmatige woningen in den Zusterpolder op der ware grootte, waarvoor aan de Ver eeniging het Eerediploma te beurt viel datzelfde model is thans verzonden naar de Wereldtentoonstelling te Weenen, met eene beknopte in het Duitsch gestelde opgave van aardomvang en uitkomsten der Vereeniging. Het Bestuur had dit jaar het verlies te betreuren van zijn hooggewaardeerden Voorzitter den Heer J. P. Delpbat die sedert de oprichting der Vereeniging aan haar hoofd heeft gestaan. Wegens gevorderden leeftijd wenschte hij voor eene herbenoeming niet in aanmerking te komen. Hoeveel de Vereeniging voort durend aan hem verschuldigd wasis allen bekendhet is een plicht der dankbaarheid dit te vermelden en in herinnering te houden. De Heer J. 8. Noördekdobp in zijne plaats tot lid van het Bestuur gekozenontviel ons door den dood nog ditzelfde jaar, terwijl onze Secretaris de Heer C. van Bylandt eerst in 1871 als zoodanig opgetredenzich tot ons leedwezen door ambtsbezigheden genoopt zag zijne taak neder te leggen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 309