j I Door de Arrondissements Regtbank te ’s Gravenhage werden in 1872 uitgesproken 14 faillissementen, alle op te ’s Gravenhage wonenden betrekking hebbende. Door accoord werden 8 faillisse menten, waaronder ook van vroegere jaren, afgedaan: 3 10 pct., 1 a 12 pct., 1 15 pet., 2 a 20 pct. en 1 a 35 pct. Bij 2 homologatiën van het accoord heeft dadelijk rehabilitatie plaats gehad. De visscherij verkreeg in 1872 weder eene niet onbelangrijke uitbreidingzoowel in aantal van vaartuigen als door den aan bouw van grootere schepen, die, door meerdere ruimte en bemanning, eene grootere hoeveelheid netten kunnen bezigen. De visscherij toestellen, de hoedanigheid en toebereiding der netten worden voortgaande verbeterd naar gelang der nieuwe vindingen op dit gebied; en de visscherij van Scheveningen streeft er steeds en niet zonder vrucht naar, om den strijd tegen de mededinging van elders vol te houden. Aan het einde van 1872 bestond de visschersvloot uit 165 groote en 9 kleine bomschepenbemand met ruim 1300 koppen. Een pink, van de weduwe J. J. van Dvijne, stuurman M. Vrolijk, verongelukte den 23 November 1872 vóór ll’in- terduin, onder de Engelse he kust; de geheele bemanning, uit 9 koppen bestaande, vond haar graf in de golven. Twee andere pinken verloren elk een matroos, die het ongeluk had den overboord te slaan en te verdrinken. Aan vischwant werd zware schade geleden; sommige pinken verloren 70 netten; de vele stormen eenerzijds, de toenemende brutaliteit van vreemde visschers aan den anderen kant, waren oorzaken van dit verlies. Laatstgenoemd verontrustend verschijn sel doet een der voornaamste reeders van Scheveningen den wensch uiten, //dat de visschersvloot voortaan moge worden beschermd door een oorlogsbodemzooals dit met de Pruissische loggers is geschied. De visschersvloot bragt ongeveer aan: III. VISSCHERIJ EN DAARMEDE VERWANTE BEDRIJVEN. i I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 344