b. Buitenlandsch. r dat zij bovendien onregtvaardig is, doordien zij slechts dat gedeelte van den handel treft’t welk van de grachten gebruik maakt, terwijl het vervoer langs 's Heeren straten en pleinen, die toch ook ten koste der gemeentekas worden gelegd en onder houden, vrij en onbelast plaats vindt. Bij ons is wel eens twijfel gerezen of er geen te groote vrij gevigheid heerscht bij het toekennen der voorregten, bedoeld in de verordening van 16 October 1860regelende de aanst el- ling van vaste schippers te s Gravenkageen of wel altijd met de noodige zorg wordt nagegaan, dat de voorregten niet aan minder waardige personen worden weggeschonken. Mogten Burgemeester en Wethouders, in den geest van art. 1 dier verordening, de Kamer willen raadplegen over de aan vragen om deze voorregten, zij zal steeds bereid worden bevon den tot gestreng onderzoek en onpartijdig advies omtrent zoo danige aanvragen. In de alhier gevestigde reederijen voor de groote vaart van de heeren Huijgens en Haedenbebg en C. Jut en 0°. is zoover wij weten, geen verandering gekomen. Evenmin in de reederijen van de heeren L. van deb Hilst en Zonen en J. J. VAN DEN BeBG. V. Nijvebheid. Als gewoonlijk is ook aan dit verslag toegevoegd eene tabel aanwijzende de fabriekenzoo te ’s Graven/mge als te Schevenin- gen, alwaar stoomwerktuigen worden gevonden, benevens het aantal mannelijke en vrouwelijke arbeiders boven en beneden 16 jaren, op den 31 December 1872 aldaar werkzaam, en het hoogste en laagste bedrag van hun weekloon. Ook nu weder zijn in die tabel eenige leemten, door dat niet al de daarin vermelde industrieelen aan onze aanvrage om de benoodigde opgaven voldeden. Bij onzen dank aan de velen, die dit wel hebben gedaan, voegen wij den vernieuwden wensch dat zijdie ons hunne mededeelingen tot nog toe onthieldenin het vervolg wel zullen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 349