j 28 bijdrage der Gemeente in het onderhoud van het ’s Gra venhaagsche Bosch, ten bedrage van 1000 ’sjaars. Het baggeren en diepen der grachtenvaarten en sloo- ten had in 1872 in eigen beheer plaats en geschiedde deels met de gewone baggerbeugels en deels door middel van een stoombaggermolendie voor dat doel in huur was genomen. De daarmede voortgezette proef heeft evenwel doen zien dat op den duur voor onze grachten en wateren het baggeren met den gewonen beugel de voorkeur verdient omdat de scheepvaart het geregeld werken met den molen belemmert en de bruggen voor dat werktuig bovendien groote moeijelijkheden opleveren. Ook het in eigen beheer uitvoeren van dit werk dat nu gedurende anderhalf jaar plaats had, heeft niet die voor- deelen opgeleverd welke men daarvan meende te mogen verwachten, en daarom is besloten, in het laatst van 1872 weder een aanbesteding van het baggeren en diepen der grachten op de gewone wijze voor te bereiden. De toestand der grachten heeft evenwel onder deze proeven niet geledenmaar ter wegneming van bezwaren voor de scheepvaart zal toch gedacht worden aan een zooveel mogelijke verbreeding der geul van het vaarwater. Het baggeren en diepen heeft in het afgeloopen jaar wanneer men de uitgaven met de opbrengst van den ver koop van bagger vermindertniet meer aan de Gemeente gekost dan 1812.90onder welke som ook de huur van den baggermolen is begrepen. d. [{wieren, kanalen, vaarten en bijbehoorende werken, als water keeringenoverlaten lijnpaden sluizen duikers beschoeijingen los- en ladingplaatsen bruggenenz. 1°. Grachten, vaarten, enz. i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 34