c. Inrigtingen in het belang der werklieden. De Vereeniging tot bevordering van ambachten onder de Israé- liten heeft in 1872 opgeleid 20 jongelingen en wel voor het vak van: 5 ?|if j De opgaven aangaande de tuig-, zadel- en ko/fermakerij van B. T. van Rijswijk en J. G. Hüger, luiden eveneens gunstig. Bij eerstgenoemde werkten gezamenlijk 20, bij den laatste 8 arbeiders. Ook de mandenmakerij van W. F. van Vliet verkeerde in voordeeligen staat; 10 arbeiders boven- en 3 beneden 16 jaar vonden er werk. Aan de hierna genoemde industrieelen vielen, bij de in Sep tember 1872 alhier door de Maatschappij van Landbouw gehouden Internationale Tentoonstelling, bekrooningen ten deel. Aan D. H. van Munster Jr. de zilveren- en aan C. IL Con rad de bronzen medaille, voor tuinsieraden; aan F. L. Geldmaker, een getuigschrift, voor een kuip om boomen te verplanten; aan van Santen en C0., twee getuigschriften en 20 voor tuinmansgereedschap en tuinspuiten; in de afdeeling „dierenbescherming” aan J. G. Hüger, een bronzen-medaille voor een model voerzaken een getuigschrift voor een tuig voor paarden aan de lijn; aan P. N. J. Thirion een zilveren medaille voor een hoofd stel, en een bronzen medaille voor een zadel. In de loodgieterij en brandspuitmakerij van de firma W. Slot boom en Zoon werd eene persmachine en een groot koperfomuis geplaatst. In de verwerij van de firma Reuser en Madlener werd de bestaande steenen verwmolen met in alle opzigten gewenscht gevolg door een ijzeren molen vervangen. De smederij van de Gebrs. Hamakers werd vergroot; het magazijn van de firma Leeeers en van Wijk verheugt zich in een toene mend debiet van brandkasten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 355