aan
bij de firma Mutters en Zoon, waar ƒ2.50 per week wordt
uitbetaald; bij de firma P. Mansvelt en Zoon bedraagt de
uitkeering, gedurende hoogstens 15 weken ƒ3 per week, en
voor den meesterknecht het dubbele; terwijl aan het einde van
elk jaar, hetgeen boven ƒ25 in kas is, pondspondsgewijze
onder de werklieden wordt verdeeld.
Bij de firma Hermans en C°. vormen de contributiën van
14 pet. van het werkloon, vermeerderd met de boeten en fooijen,
een fonds, waaruit aan zieke werklieden gedurende drie maan
den eene uitkeering wordt verstrekt, gelijkstaande met 60 pet.
van het weekloon. Wat bij het einde van het jaar boven 25
in kas is, wordt pondspondsgewijze verdeeld. De reserve van
25 strekt tot voorziening in buitengewone behoefte
ziekengelden.
Bij de firma J. Mouton en Zonen wordt, bij ziekte, uit dit
fonds 4 en bovendien door den patroon de helft van het week
geld uitgekeerd. Overigens dient dit fonds als voorschotkas tegen
matige rentebetaling en als middel tot inkoop van winterprovisie
in het groot.
Ook bij andere firma’s wordt door de patroons de inkoop van
levensmiddelen in het grootdoor het geven van voorschotten
op gepaste wijze bevorderd.
De letterzetters-, boekdrukkers- en binders-vereenig ingonder
de zinspreuk: „Door eendragl ’t zaain verbonden" opgerigt
23 Januarij 1843, en de 's Gravenhaag sche lypographen-vereeni-
gingonder de zinspreuk Prudenlia et Caritateopgerigt
12 Julij 1869, strekken hunne zorg verder uit. De eerste
heeft zich ten doel gesteld behalve de .uitkeering van een
wekelijksch ziekengeld van 3.50 hoogstens gedurende 20
weken voor hetzelfde lid in één jaar, de uitkeering eener
som van 25 aan de naastbestaanden van het lid, dat komt
te overlijden. De tweede werkt insgelijks door middel van
wekelijksche ondersteuning als vast ziekengeld en eene uitkee
ring van 10 aan de naastbestaanden van een overleden
lid; maar voegt daaraan toe het verleenen van voorschotten
en de uitkeering van een pensioen aan oude leden.
De typographen-vereeniging Nut en genoegen,” in den boezem