Nederlandsche Handelmaatschappij bleven vrij wel bij het oude.
Aandeelen Nederlandsche Rijnspoorweg en Hollandsche ijzeren
spoorweg, hebben hnnne in het jaar 1871 aangevangen rijzing
niet voortgezet. Beiden sloten zij lager dan het vorige jaar.
Ook Centraalspoorweg verloor aanmerkelijk.
De Noordbrabant-Duitsche Spoorwegmaatschappij kon hare 44-
pct. leening geheel plaatsen.
- - -
J
1
Onze Hollandsche fondsen konden zich op hun, ten gevolge
der amortisatie verhoogd, standpunt niet handhaven; vooral de
Integralen toonen nog al teruggang aan. Het schijnt zonderling
dat de opbrengst der middelen, die zooveel hooger dan de
raming wasvan zoo weinig invloed op den cours der staats
fondsen bleek te zijnen dat bijvoorbeeld de 21 pet. Belgiëin
de maand Januarij tot ongeveer denzelfden prijs te bekomen
als onze Integralen, in December 6 pet. hooger zijn genoteerd.
Aan de andere zijde kan het niet worden ontkend, dat er
tegenwoordig veel fondsen bestaandiebij dezelfde zekerheid
grootere renten aanbieden.
De aandeelen Nederlandsche bank sloten, na eenige percenten
onder 300 gevallen te zijn, weder tot dien cours. De handel
in dat fonds was echter zeer beperkt.
In Nederlandsch-Indische spoorweg begint zich meer vertrou
wen te openbaren. Het publiek schijnt echter nog altijd de
soliditeit der door de Regering voor rente en aflossing gega
randeerde leening niet het vertrouwen waardig te keurendat
ze verdient. Het verschil in verhouding tusschen dit fonds en
de gewone Nederlandsche bleef aanzienlijk.
Door de stoomvaartmaatschappij Nederland, werd eene uit
gifte van f 3,500.000 5 pct. obligation aan de markt gebragt,
waarvan de opbrengst moest strekken tot aanbouw van meerdere
stoomschepenwaardoor eene geregelde dienst zou kunnen wor
den verkregen. Deze leening vond een goed onthaal. De prijzen
der aandeelen op veilingen waren echter buitengemeen laag.