De aandeelen Koninklijke Nederlandsche stoombootmaatschappij begonnen iets meer de aandacht te trekken. Een dividend van 111 pet was dan ook wel geschikt om den kooplust aan te wakkeren. Van Nederland afstappende is Rusland het eerst aan de beurt. Voor soliede belegging hebben de Russische fondsen in ons land steeds de voorkeur, en voorzeker niet zonder grond. Het tijdvak der immer terugkeerende te korten schijnt voor Rusland gesloten eg al nemen wij de verzekeringdat er overschotten zijnniet naafweg aan, zeker is het dat het evenwigt tusschen inkomsten en uitgaven zoo goed als bereikt is. De spoorwegen voor een deel met Nederlandsch geld gebouwd zijn in volle exploitatie en verzekeren aan dit Rijk, waar ze wegens de groote afstanden onontbeerlijk zijn, eene welvaart, waarvan men vroeger niet durfde droomen. De bruto opbreng sten van de meeste Russische spoorwegen namen aanzienlijk toe. De door Rusland in het afgeloopen jaar gesloten geldleening van f 15,000.000 moest ook ten deele dienen tot dekking van spoorweg-subsidiën. Zij werd met sympathie ontvangen; en hoewel de cours op het einde des jaars nog niet veel hooger was dan de prijs van uitgifte, bestaat er alle reden om te vermoe den, dat dit fonds met der tijd niet onder den prijs der andere 5 pet. Engelsche leeningen zal blijven. De Oostenrijksche fondsen vingen aan het terrein te heroveren waarop zij zich vroeger bewogen. De rijzing, reeds in 1871 begonnen, nam in het afgeloopen jaar grootere proportion aan. Alle Oostenrijksche fondsen zonder onderscheid toonen een aan- merkelijken vooruitgang aan. Is deze door den toestand gewet tigd? Ja, en neen. Ja omdat de Monarchie ongetwijfeld in welvaart toeneemt. Zes jaren van vrede zijn voldoende geweest om handel en nijverheid geheel te doen herleven; en de aan staande wereldtentoonstelling zal het bewijs leverenop welken hoogen trap de Oostenrijksche industrie tegenwoordig staat. Neen omdat het voor dit Rijk bij eenigen goeden wil thans zeer wel mogelijk zou zijn, om zijne crediteuren weer in hunne geschonden regten te herstellen. Hiervan is echter geen sprake.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 367