i - Met de Spaansche fondsen was het wederom treurig gesteld. Eene daling van vele percenten op dit reeds zoo laag genoteerde effect was het antwoord der beurs op de door het Gouvernement van Amadeus aangekondigde rente reductie. En toch hierin schuilt het kwaad niet. Ware men zeker immer 2 pet. rente te trekken, de cours zou veel hooger zijn; maar welk kapita list kan vertrouwen hebben in een land, zoo door allerlei par tijtwisten verscheurd als Spanje, waar de Ministerien elkander onophoudelijk op volgen en waar het bestaan der dynastie aan een zijden draad hangt Hoezeer in Italic de ontvangsten beter dan vroeger tegen de uitgaven begonnen op te wegen, is de financiële toestand van dit Rijk nog altijd niet van dien aard om veel vertrouwen in te boezemen. De Italiaansche fondsen toonden dan ook geen vooruitgang aan. Het tafereel dat Frankrijk op financieel gebied ons te aan schouwen* geeftis zoo rooskleurig mogelijk. Nooit had iemand gedacht dat de afdeeling der oorlogsschuld van 5 milliard zoo geleidelijk, zoo regelmatig zou geschieden als het geval is. De groote elasticiteit der Fransche natie blijkt hieruit ten duide lijkste. De schuld zal eerlang zijn afbetaald en de vreemde bezetting dien tengevolge ten einde zijn. De algemeene welvaart in Frankrijk is in de twee jarendie ons van den oorlog scheiden, op kolossale wijze toegenomen, en het vertrouwen op de verstan dige politiek van den grijzen Thieks wint bij den dag veld. Geen wonder dat de Fransche fondsen aanzienlijk stijgen; en Niet alzoo Portugal, welks fondsen in het afgeloopen jaar een drietal percenten zijn gestegen. Toch gelooven wij dat de uitkomst zal doen ziendat het optimisme tegenover dit kleine landmet betrekkelijk geringe hulpbronnen en eene aanzienlijke schuld, niet zonder overdrijving is. ,‘j) Vóór het afdrukken van dit verslag heeft de abdicatie van Koning Amadeus en het proclameren der republiek eene nieuwe daling ten gevolge gehadterwijl de nieuwe leening zoo goed als mislukt is te beschouwen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 368