J '4 1 .'.'i ■1 VII. Assubantiewezen. ook reeds vroeger op de wenschelijkheiddat als elders, zich eene Commissie vormde, aan de volmagten der agenten, misschien ook de Ofschoon er in ’s Gravenhagewaar geen beurs bestaatgeen sprake kan zijn van eigenlijk assurantiewezenheeft het publiek nogtans ruime gelegenheid, om zijne goederen tegen brand schade <e verzekeren. Tal van vertegenwoordigerszoowel van buiten- als van binnenlandsche maatschappijen, betwisten elkaar den aangeboden post. De lage premiën houden gelijken tred met de onbekendheid dier maatschappijen zelve, waarvan het publiek, in den regel, statuten noch volmagt kent. Bij herhaaldelijk voorkomende liquidation of faillissementen van assurantie-maatschappijenverbaast het dan ook niet ten onregte te zien hoe, niet alleen de kleine burger of winkelier maar zelfs aanzienlijken, voor belangrijke sommen tegen verleidelijk lage prijzen meenden verzekerd te zijn bij Maatschappijen, die geen vertrouwen bleken te verdienen. Met het oog op dit gevaar, wezen wij dan ook hiereven wier onderzoek pijen niet aan hare verpligtingen voldoet; maar bij wien zal het opkomen de Nederlandse/™ Rijnspoor of Hollandsche spoor wegmaatschappij verantwoordelijk te stellen voor de onbetaalde coupons der Centraal-spoorwegmaatschappij De Braziliaanse/™ fondsen sloten, na in het midden van het jaar een paar percenten gerezen te zijnop het einde op den- zelfden prijs. Aan het slot van dit hoofdstuk vestigen wij gaarne de alge- meene aandacht op de dagelijksche aankondigingen van de firma Keubenaer en C°.bevattende de coursen van vreemde wissels bankpapier en muntspeciën, op het voetspoor der banken. Blij kens de ondervinding voorziet die aankondiging in eene bestaande leemte. Ieder handelaar en particulier weet nu, met de courant in de hand, naauwkeurig hoeveel de hem in betaling gegeven vreemde bank, muntspeciën en wissels waard zijn, zonder dat het voor hem noodig is kosten als: commissie, courtage enz. in aanmerking te nemen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 370