I I I I'. uit veertien stoomschepen, die allen in den besten staat ver- keeren, behalve dat van sommige eerlang tot vernieuwing der ketels zal moeten worden overgegaan. De ontvangst van vrachtgelden bleef, ten gevolge van het bijzonder ongunstig weder in het begin van 1871eenigzins beneden die van het jaar 1870. De dienst is ook nu weder met naauwgezetheid uitgeoefend; noemenswaardige ongevallen hebben zich niet voorgedaan. Met de stoomvaart-maatschappij Nederland, te Amsterdam, wier stoomschepen tusschen Holland en Java via het Suez- kanaal varen, werd eene overeenkomst gesloten voor den doorvoer van goederen en passagiers naar plaatsen buiten Ba tavia, die door de stoomschepen der Indische Maatschappij worden aangedaan, om te Batavia op hare stoomers te worden overgescheept. Men vleit zich dat ook de belangen van het publiek door deze overeenkomst zullen worden gebaat. t ■&K' - Algemeene Nederlandse he Gazver lichting en verwarmingmaat- schappij. Het gaz-debiet nam weder eenigzins toe; in het boek jaar 1871/2 werden gewonnen 38 gazverbruikers en 902 pitten. De exploitatie der binnenlandsche gazfabrieken leverde geen bijzonderheden op. De fabriek te Kampen die, krachtens de in 1853 verleende concessie, tot 10 February 1874 aan de Maat schappij behoort, zal niet worden verlengd, daar het bestuur dier gemeente heeft besloten tot den aanleg eener gemeente- gazfabriek over te gaan. De exploitatie der buitenlandsche gazfabriek te Carcassonne gaat in elk opzigt vooruit. Zij leverde 7074.67 aan de toene ming van het gazdebiet, voor het geheel bedragende 8598.70. Uit de winst, die de dienst 1871/2 opleverde, kon worden be taald eene rente over de onuitgelootte obligation van f 12,450; worden gebragt op de fondsen van amortisatie eene som van ƒ6843.95; worden afgelost dertien obligation, ieder groot ƒ1000, dus een totaal bedrag van 13,000, en voorts nog worden uitge deeld 6%, over een kapitaal van ƒ550,000 aandeelen. De Raad van toezigt heeft zich dan ook in zijn jaarverslag

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 377