6°. Door de firma W. Hoven Zoon was aan de Kamer ter beoordeeling gezondeneene verzameling van stukken betreffende de afkeuring, herkeuring en benadering van eenige partijen kardoessaaiwaarvan het Departement van Oorlog aan die firma de levering had opgedragen. De kennisneming van deze stukken gaf der Kamer aanleiding om, bij adres van 16 December 1872, n°. 38, den Minister van Oorlog te verzoeken, de keuring der ten behoeve van dat Departement geleverde voorwerpen op betere grondslagen te regelen, en in elk geval den aannemer de gelegenheid te openen tot het verkrijgen van herkeuring; en om Zijne Excellentie te wijzen op het verkeerde, dat benaderde voorwerpen voor rekening van den Staat worden aangekocht. De Minister van Oorlog gaf hierop bij beschikking van 30 Januari) 1873, n°. 79 A ten antwoord: dat de tegenwoordige wijze van keuring en zamenstelling der keuringscommissiën voor het Gouvernement de beste waar borgen oplevert; dat herkeuring op aanvrage van den aannemer, geregeld wordt toegestaan, en dat aankoop door den staat van benaderde voorwerpen, waarvan de waarde kennelijk te laag is aangegeven noodzakelijk zijn kan, in geval de aannemer, door te lage aangifte van goederen die uit hunnen aard niet geschikt zijn om in den handel te worden gebragtde betaling der verschul digde regten ontduikt. nemingen geene of de minste aanleiding tot klagten of beboetingen heeft gegeven; dat het modelaan den aannemer voorgelegd tot leid draad bij de uitvoering van het werkook zal strekken tot grondslag voor de keuring. De Minister gaf hieropbij beschikking van 16 November 1872n°. 69 Ite kennendat hij in de gemaakte opmerkingen geen aanleiding vond om toen reeds over te gaan tot wijziging van zoo kortelings vastgestelde bepalingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 382