4$ HOOFDSTUK VIII. Aangezien slechts om de vijf jaren een opgave van ons verlangd wordt van de alhier aanwezige kerkelijke gemeenten en gebouwen en van de dienstdoende leeraren of geestelijken bij de verschillende kerkgenootschappen, mogen wij hieromtrent verwijzen naar het vorig verslag, pag. 51 en 52, met mededecling dat daarin sedert 1871 geen verandering is gekomen. Alleen mogen wij niet onvermeld laten dat, ten gevolge der nieuwe verdeeling van de R. Cath. gemeente alhier in vijf parochiën, de hulpkerk in de Van der Duynstraat is verheven tot parochiekerk van den H. Joseph. Voor den openbaren eeredienst had de Gemeente geene uitgaven te doen. Evenmin werden door haar subsidiën verleend of uit gaven gedaan voor bouw of herstel van kerken en pastoriën terwijl OQk geen toelagen aan predikanten, pastoors, ka- pellaans enz. werden toegekend. corps- of vaandelprijshierboven vermeld, zijnde een ver guld zilveren beker, uitgeloofd door Z. M. den Koning, en van eenige andere, door de vereeniging behaaldecorps en personele prijzenwelke prijzen daarna in het gemeente museum ter bewaring zijn overgebragt. De toestand van vrede, waarin Europa gedurende het afgeloopen jaar verkeerde, verschafte ook aan de Neder- landsche vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog, bekend onder den naam van HET ROODE KRUIS een jaar van rust, zoodat wij evenmin van die vereeniging als van de ’s Gravenhaagsche mannen- en vrouwen-comité’s verslag hebben te geven. Kerkelijke Zaken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 54