73 J het onderwijs gedaan werd, kunnen wij op een tal van instellingen en inrigtingen wijzen, wier strekking het is, den werkman door beschaving te verbeteren of hem te leeren zelf door spaarzaamheid armoede te voorkomenaan de armen voedsel, werk of hulp in ziekte te verschaffen, de ongelukkigen te ondersteunen en weduwen en weezen hulp te bieden. Wij zullen geenszins trachten daarvan de opgave te doen omdat daarbij alligt de eene of andere instelling voorbij gegaan zou worden, terwijl die opgave toch eene dorre lijst zou zijn, wanneer daaraan niet de noodige statistieke bijzonderheden kunnen verbonden worden. Voor zooveel wij evenwel ons die bijzonderheden omtrent sommige instellingen hebben kunnen verschaffenvolgen zij achter het verslag als bijlagen DD tot en met GG. Het getal armen, regtstreeks door het Gemeentebestuur zonder tusschenkomst van armbesturen ondersteund, is opgenomen in de tabel, bijlage HH, n°. 1, welke tevens eene aanwijzing bevat van de te dier zake gedane uitgaven en ontvangsten. Verder verwijzen wij ten aanzien van de overige, in de Gemeente bestaande Instellingen van Weldadigheid, bedoeld bij de alinea’s a en d van art. 2 der Wet van den 28sten Juni) 1854 (Staatsblad n°. 100), naar de almede hiernevens- gevoegde tabellen 29, als van: Besturen voor huiszittende armen (n°. 2 en 3). Genootschappen die aan schamele armen onderstand ver- leenen (n°. 4). Genootschappen tot het verleenen van onderstand aan behoeftige kraamvrouwen (n°. 5). INSTELLINGEN DOOR OF VAN WEGE DE GEMEENTE BEIIEEBD OF GESUBSIDIEERD.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 79