I 78 f namelijk, omdat de afzanderij door den aannemer G. Key wel met kracht werd voortgezet, maar nog geenszins heeft geleid tot de oplevering van te verpachten teelland. Hetgeen in vorige verslagen omtrent de zandverstuivin gen en de middelen tot beteugeling daarvan werd mede gedeeld, bevestigde zich ook in het afgeloopen jaar. Nieuwe gezigtspunten deden zich hieromtrent niet voor en, daar de zandverstuivingen niet buitengewoon groot waren, be hoefden daartegen ook geen bijzondere maatregelen te worden genomen. Een groot gedeelte duingrond aan de zeezijde werd in 1872 aan den Heer C. Outshoobn ter bebouwing afgestaan en die bebouwing zal voorzeker van gunstigen invloed zijn op de zandverstuiving van de bin nenwaarts gelegen duingronden. Veestapel. Na hetgeen wij vroeger over de longziekte onder het vee hebben medegedeeld, kunnen wij hier volstaan met het berigt dat de toestand van het vee overigens vrij vol doende was. Wel was het natte najaar ongunstig voor de schapen, maar die invloed was niet dermate dat daar uit bepaalde ziekten voorkwamen. De tegen 1° Januarij 1873 gedane opneming en telling leverden de volgende uitkomsten op: In de Gemeente waren aanwezig: 10 dekhengsten. 1310 veulenmerriën, veulens en werkpaarden. 157 ezels en muilezels. 11 springstieren. 613 melkkoeijen en melkvaarzen. 21 kalveren en pinken. 360 schapen. 2 houders van schaapskudden. 62 geiten en bokken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 84