I
84
Middelen van vervoer te lande.
b.
hier naar dat uitvoerig verslag, onder opmerking dat het
schuitenveer voor personen tusschen deze Gemeente en
Leiden hoewel van geringe beteekenis, blijft bestaan en
dat het veer tusschen Delft en 's Gravenhage niet vooruitgaat.
In het vervoer van personen door middel van gondels
naar en van Scheveningenvinden de ondernemers tot ons
genoegen steeds hun voordeel.
Voor den handel blijft de verbetering van den waterweg
tusschen onze Gemeente en Delft voortdurend eene zaak
van groot belang, die wel verdient dat daarop weder eens
de aandacht worde gevestigd.
Ook hieromtrent zullen wij ons grootendeels bepalen
tot de verwijzing naar Hoofdstuk IX van bijlage MMwaarin
de Kamer van koophandel verslag geeft van de diensten
der Hollandsche Ijzeren Spoorwegmaatschappij en der
Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappijwelke laatste ge
hoor schijnt te hebben verleend aan den in het vorig
Verslag geuiten wensch naar beter direct verkeer met het
meerendeel der stations in Duitschland. Minder gewigt
schijnt gehecht te zijn aan de klagt over het hooge tarief
voor de aansluitingslijn tusschen de twee stations alhier,
aangezien de Kamer van koophandel die klagt herhaalt;
bij die herhaalde klagt voegen wij op nieuw den wensch,
dat die aansluitingslijn ook voor vervoer van personen
moge worden gebezigd.
Aan het denkbeeld van de Nederlandsche Rijnspoor
wegmaatschappij om een lijn aan te leggen van 's Gravenhage
naar Scheveningen, heeft die Maatschappij in 1872 geen verder
gevolg gegeven dan het doen eener aanvrage, om over de
daarvoor benoodigde gronden voorloopig niet te beschik
ken. Deze zaak behoort verder tot het verslag van 1873.