87 Wij stellen er grooten prijs op, ten slotte van ons ver slag nog melding te maken van de feestelijkheden, die alhier werden gehouden ter viering van den 300jarigen gedenkdag van ons volksbestaan. De Commissie uit de in gezetenen, die zich met de voorbereiding dier feestelijk heden had belast, had de Maliebaan voor dat volksfeest doen inrigten en versieren, en wist op verschillende wijzen de feestvierende menigte aangenaam bezig te houden en haar tevens op te wekken tot eene dankbare herinnering aan het belangrijk feit van 1 April 1572. De verlichting van het feestterrein in den avond van 1 April, opgeluisterd door muzijk en vuurwerk, maakte almede een goeden in druk en besloot waardiglijk eene vieringdiehoewel door het gemeentebestuur ondersteund, grootendeels door de ingezetenen bekostigd en van hunnentwege uitgevoerd en geleid werd. De voorstelling, die op 2 April in den Hollandschen Schouwburg gegeven werdsloot zich aan deze feestviering op een gepaste wijze aan; zij bestond uit een historisch- dramatisch-tafereel van den Heer A. Wijnstok, getiteld: de Zegepraal der Watergeuzen. Op 3 April 1872 had bovendien ter dezer gelegenheid een muzijkale feestuitvoering plaats in het gebouw van den schouwburgdieeven als de voorstelling in den Hollandschen Schouwburg, door de tegenwoordigheid van HH.MM. den Koning en de Koningin vereerd werd en waarop ten gehoore werden gebragt: een feestcantate17 November 1869 woorden van N. Beets en muzijk van W. F. G. Nicolaï; Hollandsch lied God zal met ons en Holland zijn” woorden van N. Beets en muzijk van Jou. J. H. Verhoest en een feestcantate, 17 November 1863, woorden van C. G. Withuijs en muzijk van J. H. Lubeck. Van wege de gemeente werden verder gelden beschik baar gesteld, om door de leerlingen der gemeente-armen-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1872 | | pagina 93