r
9
96
d.
32,096
41,769
44,374
f. Reederijen, compacten, schippersgilden en
zeemanscollegiën.
Voor zoover dit onderwerp van toepassing is op onze
Gemeente, mogen wij ook daaromtrent verwijzen naar de
meermalen aangehaalde bijlage 00 (Hoofdstuk IV, lett. b.)
Werven en Scheepsbouw.
Ofschoon ditmaal het verslag der Kamer van koophandel
en fabrieken geen statistieke opgaven bevat omtrent de
werven te Scheveningengeeft het toch te kennen, dat die
werven meer werk hadden dan zij konden opleveren
waaraan het de mededeeling verbindt, dat dit verblijdend
verschijnsel ook was waar te nemen bij de'bedrijven, die
met den scheepsbouw te Scheveningen verwant zijnzeil- en
blokmakerijensmederijen, taanderijen, mandenmakerijen en
kuiperijen. Ook omtrent den toestand der aldaar aanwezige
vischnettenfabrieken wordt gunstig berigt.
c. Scheepvaart langs de rivieren kanalen en vaarten.
Uit hetgeen hieromtrent in het verslag der Kamer van
koophandel en fabrieken, Hoofdstuk IV, o. a. vermeld
wordt, blijkt, dat het aantal vaartuigen, waarvoor alhier
havengeld werd betaald, weder is toegenomen.
In 1871 bedroeg dat aantal.
1872
1873
Ook hier wordt gewezen op het bezwarende dier belas
ting, waardoor de scheepvaart gedrukt en bemoeijelijkt
wordteen bezwaardat wij meenen toch in den eersten
tijd niet te mogen of tê kunnen opheffen.
d. In- en uitklaringen.
Dit onderwerp komt alhier niet in aanmerking.
■*-
7 jj&tfc&ilifti V&’ÏLl, «rl'-i*.