101 Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders den 27sten April 1874. De Secretaris, W. SIX. De Burgemeester, F. G. A. GEVERS DEYNOOT. Ofschoon de omzet dezer instelling minder was dan in het vorig jaar, schijnt zij door een doelmatiger inrigting zeer te zijn vooruitgegaan, zoodat zij haar verliezen van vroegeren tijd reeds heeft kunnen dekken. Het afgeloopen jaar heeft, buiten de reeds in de ver schillende Hoofdstukken aangegeven feiten, geene bij zon derheden opgeleverddie afzonderlijk vermelding verdienen. Wij eindigen alzoo ons Verslag met de betuiging, dat wij ons gelukkig achten daarin over het algemeen van den gunstigen toestand onzer Gemeente te hebben kunnen gewagen, en met den wensch, dat haar welvaart steeds gelijken tred moge houden met hare belangrijke uitbreiding. 1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 107