1 gelegd, eenmaal door kunstmatige keering van het kind en eenmaal door partus praematurus artificialis in de zevende maand der zwangerschap, aan deze een eind gemaakt. De verzameling der chirurgische en obstetrische instrumenten werd in goeden staat gehouden en verrijkt met de reeds aan gegeven toestellen van Esmakch en met de Galvano-Caustische batterij van Middeldorp!' die door Acid, sulphuricum en Acid, nitricum gevoed, in hare toepassing veel eenvoudiger en in werking veel sneller en dus zekerder is dan die tot nog toe hier werd gebruikt. Op de chirurgische ziekenzalen wordt nu uitsluitend gebruik gemaakt van irrigatoren, wier waterstraal het bloed wegneemt en de wonde reinigt. Op deze wijze worden smetstoffen, die in bacteriën of in- fusoriën vorm verkrijgen, niet van den eenen op den anderen lijder overgebragt, zooals al ligt door sponsen gebeurt, afgezien van de mogelijkheid dat genoemde stoffen in de sponsen, die nooit geheel te zuiveren zijn, zich ontwikkelen en vermenig vuldigen. In de vrouwen inwendige ziekenzalen werden door TTwe zorg dertig nieuwe kribben geplaatst. Deze zijn van ijzer en op met Caoutchouc bekleede rolletjes gemakkelijk te verplaatsen, ter wijl de bedgordijnen verschuifbaar zijn langs een boog, die in den wand is bevestigd. In elke krib ligt op een stroozak een met paardenharen ge- vnlden matras, waarop de zieke aangenaam ligt en zooals de ondervinding leert, veel zachter dan op de matrassen volgens Tucker’s stelsel gevuld en gelegd. Elk krib is verder voorzien van twee veêren kussens en twee wollen dekens, die in den zomer plaats kunnen maken voor een sprei van wit piqué. De zieke vrouwen roemen de verbetering barer ligging, die ik dankbaar erken en met aandrang U aanbeveel ook voor de inwendige mannen-zalen en voor de chirurgische zieken af- deeling. Zeer gebaat werden zware zieken, wier ziekte een langdurig liggen voorspelde, door met water gevulde gutta-percha ma trassen. Hiervan werden in het afgeloopenjaartwee aangeschaft. I?-” i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 168