I
I
I
I
I
in
van
tabellen van het vorige jaar kwamen de leerlingen der school
van de Voorzienigheid te Scheveningen onder deze rubriek
voor. Sedert is gebleken, dat aldaar een schoolgeld van 10
cents per week wordt geheven. Deze school ter zijde stellende,
bleven de getallen der op bijzondere scholen kosteloos onder
wijs genietende kinderen nagenoeg onveranderd.
Is het vooralsnog onmogelijk al de redenen aan te geven,
welke ook ten vorigen jare eene ongunstiger verhouding van
de schoolgaande kinderen tot de bevolking der Gemeente dan
tijdens de invoering der schoolwet hebben veroorzaakt, toch
is er voor het verkrijgen der daartoe noodige kennis een
stellige factor meer aanwezig. Het staat namelijk vast, dat
1873 niet alle kinderen, die zich tot het ontvangen
onderwijs op de Gemeentescholen hebben aangemeld
aldaar eene plaats konden vinden. De Plaatselijke School
commissie heeft dan ook de aandacht van het Gemeentebestuur
op dit verschijnsel gevestigd.
De strijd tegen het schoolverzuim wordt intusschen ook door
de ’s Gravenhaagsche afdeeling van het Nederlandsche School
verbond met ijver voortgezet. Meermalen kon er op gewenschte
vrachten van haren arbeid worden gewezenen de uitstap naar
Rotterdam, welken het weder aan leerlingen, die gedurende
een geheel jaar de school niet willekeurig verzuimd hadden,
verschafte, miste op nieuw zijne gunstige uitwerking niet.
De uitvoering der bepalingen van de wet van 4 December
1872 (Staatsblad n°. 134), omtrent de koepokinenting werkte
op het schoolbezoek slechts weinig terug. Aanvankelijk was
het aantal kinderendat het verlangde bewijs niet kon leveren
vrij talrijkdoch spoedig daalde het tot een onbeteekenend cijfer.
Het onderwijzend personeel, zoo der openbare als der bij
zondere scholen, heeft zich gedurende het afgeloopen jaar als
altijd op loffelijke wijze van zijne gewigtige en moeijelijke
taak gekweten.
Schoolwet, art. 4. Gedurende 1873 zijn geene schoollokalen
als schadelijk voor de gezondheid of van onvoldoende ruimte
voor het getal schoolgaande kinderen door den schoolopziener
afgekeurd. De reeds vroeger medegedeelde klagten omtrent