t 1 i 4 W' s*4 tl h r I Het Openbaar Onderwijs. Hetgeen hierboven omtrent den invloed der school op het Oranjeplein op den middenterm der schoolgaande kinderen is opgemerkt, doet de vergelijking van het getal dier kinderen tot een volgend jaar, waarin zij weder onder gelijke omstan digheden tegenover 1873 kan worden opgemaakt, uitstellen. Toch mag het niet worden nagelaten, om een feit, waarop hierboven reeds met een enkel woord is gewezen, nader toe te lichten. In het vorig jaarverslag werd met het oog op den loop der cijfers, dien de tabellen A en B sedert 1858 aangeven, de vraag gesteldof het Gemeentebestuur sedert de invoering der schoolwet ten aanzien van het openbaar onderwijs in alle opzigten aan den geest en de letter der schoolwet heeft vol daan”. Terwijl het antwoord toen werd opgeschort, kan thans met zekerheid worden vastgestelddat de betrekkelijk geringe percentage van het getal schoolgaande kinderen tegenover de bevolking van 1873 ook ten deele moet worden geweten aan de omstandigheid, dat niet aan allen, die zich voor het ontvangen van onderwijs op de openbare scholen aanmeldden, eene plaats kon worden gegeven. Het aantal der zoogenaamde restanten bedroeg in het najaar van 1873 voor de school in de Nieuwe Schoolstraat 23 kinderenvoor de school op het Kortenbosch 30 kinderen, te zamen 53 kinderen; terwijl op getemperd door de verwachting, dat daarin spoedig verbetering moge komen. Ook werd door de Commissie van Toezigt op uitbreiding der hulpmiddelen voor het onderwijs, vooral van dat in de natuurkunde, aangedrongen. De lessen door bijzondere onderwijzers tot opleiding van kweekelingen ingerigt, werden met goeden uitslag voortgezet. Ons medelid Jhr. Mr. J. de Witte van Cittees had reeds in het vorige jaar eenen cursus over huishoudkunde voor onderwijzers geopend. Hij bragt dien in 1873 ten einde en ving eenen nieuwen cursus over datzelfde onderwerp voor onderwijzeressen aan. A3 Mfli

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 177