Artt. 18 en 19. Op 31 December 1873 waren aan de Ge meentescholen behalve de 14 hoofdonderwijzers werkzaam 79 hulponderwijzers, waarvan 28 de akte van hoofdonderwijzer, 4 den 2den rang bezitten en 1 alleen met gymnastiek onder wijs is belast; 1 hoofdonderwijzeres; 59 kweekelingenwaar onder 6 vrouwen en 2 Rijks-kweekelingenvoor de handwerken 5 onderwijzeressen 1ste klasse, 5 onderwijzeressen 2de klasse en 10 kweekelingen. In het afgeloopen jaar deed zich de schaarschte van hulp onderwijzers voor het eerst ook in deze Gemeente gevoelen en moest eene hulponderwijzersplaats wegens gemis van sollicitanten maanden lang onvervuld blijvendan weder was er geene keuze daar slechts één persoon zich had aangemeld. Te noodiger werd daardoor de reeds ten vorigen jare beraamde voorziening omtrent het getal en de jaarwedden der onderwijzers aan de Gemeentescholen. De Gemeenteraad stelde in zijne Vergadering van 14 October 1873 hieromtrent beginselen vast, die in hoofd- Scheveningen was het getal bezoekers zeer gering. Elders kon de avondschool zelfs niet worden geopend, daar zich niemand voor haar aanmeldde. Het gymnastiek onderwijsdat gedurende het geheele jaar in de school bij het Oranjeplein werd gegeven, leverde goede uitkomsten op. De lust om er aan te mogen deelnemen, wakkerde kennelijk aan. Het onderwijs liet zijne gunstige werking dui delijk gevoelen. De Schoolcommissie is daarom bedacht op voorstellenwelke er toe kunnen leiden om de bestaande lokalen voor het gymnastiek onderwijs voor leerlingen van meerdere Gemeentescholen te openen. Op de beide scholen voor onvermogenden te Bcheveningen is de proef genomen om het schoolverzuim door het uitreiken van spaarbankboekjes aan trouwe schoolbezoekerszoowel bij de gewone halfjaarlijksche examens als bij het verlaten der school te bestrijden. Aanvankelijk heeft deze proef zeer goede uit komsten opgeleverd en heeft de opgedane ondervinding niet gelogenstraft wat de ervaring elders daaromtrent reeds had geleerd. b. DE ONDEBWIJZEBS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 182