Het bijzonder onderwijs. I De hiernevens gaande staten A en B geven het getal der op bijzondere scholen onderwezen en der kosteloos onderwijs ont vangende kinderen voor 1813 aan. Wat hierboven omtrent de school der Voorzienigheid te Scheveuingen is opgemerktgeldt ook bij de vergelijking dezer getallen. Overigens leveren zij geene nieuwe gezigtspunten op. Het getal diaconiescholen van de Nederlandsche Hervormde Gemeente is met eene vermeerderd. In het bestaande lokaal in de Nobelstraat werd op 3 Junij 1873 de Prins Willemschool ingerigt, welke met de openbare scholen voor minvermogenden op ééne lijn kan worden gesteld. Het onderwijs op deze diaconie scholen onderging in dit jaar tevens eene gewenschte uitbrei ding, wijl daaraan een nieuw leervak, de handwerken van nut, werd toegevoegd. Bij het opmaken der tabel lett. D trachtte de Schoolcommissie zooveel mogelijk opgaaf te ontvangen van de jaarwedden der onderwijzers op die bijzondere scholenwelke met de Gemeente scholen kunnen worden vergeleken. De inhoud der tabel be wijst, dat vele onderwijzers daaromtrent bereidvaardig mede- deeling deden. Voor de kennis van den toestand der lagere scholen kan de vergelijking dier cijfers allezins nuttig zijn. Twee der bijzondere scholen werden in 1873 gesloten. Het waren de schooldoor bijzondere personen vóór vele jaren in de Nobelstraat opgerigt en bekostigd, en die van Mejufvrouw Coebièee in het Lage Westeinde. Daarentegen zijnbehalve de Prins Willemschoolgeopend de scholen van den heer J. Smelik op de Lulhersche Burgwal, van mejufvr. J. E. ben Haetogh op den Zwarteweg en van mejufvr. J. van Weleveld op den Denneweg; terwijl mejufvr. M. A. J. Gampeet hare school overdroeg aan mejufvr. A. ten Gate Huendee en mejufvrouwen M. J. Krultt en C. T. A. M. Koelink tegen het einde van 1873 elk eene afzonderlijke school hebben ingerigt. Het gunstig getuigenisin het vorig jaarverslag omtrent

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 184