was doorgaans zeer loffelijk en de terwijl van de 8 overigen zich: 1 als leerling-schoenmaker verwijderde, 1 als leerling verwer, 1 om te worden geplaatst op een kantoor, 1 als kweekeling bij het lager onderwijs, 1 om te worden opgeleid tot gymnastiek-onderwijzer, 1 naar de ambachtschool, 1 naar de laagste klasse der hoogere burgerschool en 1 wegens ziekte. Het gedrag der leerlingen resultaten van het onderwijs over het geheel bevredigend. Een aantal echter uit de eerste klasse kon de lessen, vooral de wiskundig-natuurkundigeniet voldoende volgenwaarom bij het overgang-examen nog 7 van de 24 niet tot de tweede klasse konden bevorderd worden. Om hierin verbetering te brengen, is reeds vroeger op eene gewenschte aansluiting van het lager aan het middelbaar onderwijs gewezen. Zijn de in den boezem onzer Commissie verstrekte inlichtingen juist, dan zou hetgeen de hoogste afdeelingen der gewone lagere school, bijzonder in die van minvermogenden, nog mede op den voorgrond zou behooren te treden, om tegelijk meer voor de burger dag- en avondschool, evenals voor de teeken-akademie en de ambacht school alhierte doen voorbereidenzelfs geen ingrijpende wijziging ten gevolge hebben. Wij mogen dus den wensch uit spreken dat gepaste schikkingenom bedoelde aansluiting te weeg te brengen en te onderhouden, niet mogen achterblijven en zoo noodig door het Gemeentebestuur mogen worden gesteund. Onze school zou er te meer nut door kunnen verspreiden. De aanzienlijke deelname aan de eerste klasse, welke waar schijnlijk nog zal vermeerderen, maakt op dit oogenblik eene splitsing dezer klasse noodzakelijk. Hiertoe wordt eene uitbreiding van lokaliteit gevorderd en zullen vermoedelijk de vertrekken thans als woning voor den Directeur aangewezen, dienen gebezigd te worden. De talrijkheid dezer klasse is oorzaak, dat vele lokalen, vooral de teekenkamer, thans te klein zijn. Overigens is het gebouw als school vrij voldoende. In school en woonhuis vertoonden zich echter hier en daar schadelijke uitwasemingen, R'

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 220