J ÜHII n V r> n T) n r> n r. n Te zamen 146 leerlingen 39 35 19 12 die in het laatst van het jaar eene verbetering van den beerput en eene verandering in den afloop van het water noodig maakten wij hopen, dat deze maatregelen in eene aangelegenheid, voor de school van zoo dringend belang, zullen blijken aan het doel te beantwoorden. Artt. 17 en 21 der wet. Voor de hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus, stelde de Gemeenteraad in hare zitting van 17 Juni jl. eene nieuwe verordening (Verz. n°. 390) vast. Met het oog op het eerlang te betrekken nieuwe gebouw op het Bleijen- burg en de verwisseling van directeur, achtte men het tijdstip aangebroken om de hoogere burgerschool als eerste afdeeling van het Gymnasiumwaarvan de tot dusver tweede en voortaan eenige afdeeling eene school van voorbereidend hooger onderwijs vormt te doen opheffen en aan beide instellingen een geheel afgezonderd bestaan te verzekeren. Bij deze gelegenheid werd tevens het getuigschrift voor hen, die aan de hoogere burgerschool van de 4de tot de 5de klasse overgaan, afgeschaft en het beginsel dat ook tot bijwoning, van slechts enkele lessen verlof kan verleend worden, in de verordening opgenomen. Het laatste geschiedde vooral met het oog op die vakkenwaarvan het onderricht door de vereischte hulpmiddelen of om andere redenen moeielijk op andere wijze te verkrijgen is. Voorloopig werden ten gevolge hiervan reeds 3 leerlingen voor natuur- en wiskundige vakken na September toegelaten. De regelen, die wij meenen dat hieromtrent voor het vervolg zullen behooren te gelden, zijn door ons in ontwerp aan het Collegie van Burgemeester en Wethouders toegezonden, doch werden door dezen nog niet vastgesteld. De cursus 1872—1873, eindigde met: 41 leerlingen der 1ste (laagste) klasse 2de 3de 4de 5de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 221