HET BIJZONDER ONDERWIJS.
De Akademie van beeldende kunsten verdient als bijzondere
instelling, die door de gemeente gesubsidieerd wordt, allereerst
de aandacht. Deze instelling, sedert jaren alhier gevestigd, gaat
voort onder de ’sGravenhaagsche burgerij op degelijke en om
vattende wijze de liefde voor het schoone aan te kweeken.
In den cursus van 18721873 woonden 243 mannelijke leer
lingen de lessen aldaar bij, van dezen waren 151 betalende,
52, die het onderwijs voor rekening der leden genoten en 40,
die kosteloos werden toegelaten. De vrouwelijke afdeeling had
in October van 1873, 35 leerlingen, die zich in drie klassen
verdeelden. Tevens werd in April de gelegenheid geopend om
in de hoogere klassen der jongens ook meisjes toe te laten,
indien de ouders of voogden zich met schriftelijk verzoek tot
den Raad van Bestuur hebben gewend.
3. De schoolgelden.
Art. 37 der wet. In de regeling der schoolgelden kwam in
het afgeloopen jaar geene verandering. Voor het schoolgeld
van hen, die slechts een deel der lessen op de hoogere bur
gerschool bij wonenis door ons een voorstel aan Burgemeester
en Wethouders gedaan, welk onderwerp echter door U nog
niet in behandeling werd genomen.
het wiskundig onderwijs in de beide hoogste klassen op zich.
Burgemeester en Wethouders stelden na raadpleging met de
Commissie en den Inspecteur van het middelbaar onderwijs,
alsmede met den Directeur zei ven, eene nieuwe instructie voor
den laatste vast bij besluit van 8 December jl. (Verz. n°. 398).
Bij de behandeling der Gemeentebegrooting werd door U aan
genomen dat een der leeraren tegen eene toelage van f 250
boven zijne jaarwedde zou worden aangewezen als vaste plaats
vervanger van den Directeur der hoogere burgerschoolten einde
dezen bij ontstentenis aanstonds te kunnen vervangen. Het Col-
legie van Dagelijksch bestuur der gemeente heeft aan den leeraar
dr. J. D. van der Waals met ingang van 1 Januari 1874
deze functie opgedragen.