I
r;
b.
f-
b.
c.
a.
Larousse
c.
d.
e.
uitbreiding der spraakkunst
a.
b.
c.
A
o. Hoogduitsche Taal. 2 uren.
Duitsche spraakkunst, zie 2de klasse.
Vertalen in het Duitsch uit: Uebungsbuch von Th. Meurer
en uit: Verzameling van stukken om in het Fransch, En-
gelsch en Duitsch te vertalen door J. van der Beek.
Duitsch lezen uit: Hopf und Paulsiek lil Cursus.
r. Teekenen.
Handteekenen. 2 uren.
Rechtlijnig teekenen. 2 uren.
a.
b.
a.
b.
Stijloefeningen over onderwerpen door den leeraar op te
geven.
Lezing uit Brandt’s Leven van de Ruiter, door Dr. ten
Brink en Mr. A. Bogaers: Tocht van Heemskerk naar
Gibraltar.
j
IF
m. Fbansche Taal- en Letterkunde. 4 uren.
Fransche spraakleer, volgens Poitevin, Grammaire fran-
§aise compléte.
j Racines grecques.
I latines.
Vrije opstellen in het Fransch over een door den leeraar
opgegeven onderwerp.
Geschiedenis van de Fransche Taal- en Letterkunde, van
de vorming der taal tot en met de eeuw van Lodewijk XIV.
Oordeelkundige lezing van P. Corneillele Cid; van Racine:
les Plaideurs, Esther; van Molière: les Précieuses ridi
cules, le Bourgeois gentilhomme, l’Avare; van Alfred de
Vigny: Souvenirs de grandeur et servitude militaire.
Oefening in het spreken van het Fransch, naar aanleiding
van vraagpunten door den leeraar opgegeven.
n. Engelsche Taal. 3 uren.
Herhalingvoortzetting en
naar Zimmermann-Moerkerken.
Zie 2de klasse en lezing van Peter Simple (1ste editie).
c. en d. Zie 2de klasse.