getoond hebben van het vruchten te hebben ge- zelve aan het hoofd van De waargenomen vermindering van het getal der betalende leerlingen moet naar de meening der Commissie, gedeeltelijk haar grond vinden in de omstandigheid dat het gymnastisch onderwijs van den heer Eikman aan de nieuwe gemeente-school nabij het Oranjeplein vele leerlingen trekt, en dat hier ter stede eene particuliere gymnastiek-inrigting door den heer Dolleman is opgerigt. Ofschoon nu daardoor onderscheidene leerlingen aan het toezigt der Commissie onttrokken zijn, verheugt zij zich dat de bovengemelde onderwijzersdie beiden oud-kweekelingen der gemeente-gymnastiekschool zijn aldaar genoten onderwijs zóódanige trokken dat zij thans in staat zijn gymnastiek-inrigtingen te staan. Het gedrag der leerlingen gaf over het algemeen geene reden tot klagen. Ook de opkomst der leerlingen was in den regel vrij goed waarop ook nu weder van invloed is geweest de in het vorige jaar ingevoerde maatregel om het gymnastisch onderwijs voor de leerlingen der gemeente-scholen terug te brengen van het namiddag uur naar de gewone schooluren. T.ot haar leedwezen moet de Commissie mededeelen dat het onderwijs in de wapen-oefeningen in kwijnenden toestand verkeert. Daarentegen werd de avondcursus weder goed bezocht en er werd met ijver gewerkt. De Commissie had het smartelijk verlies te betreuren van haar ijverig medelid, Dr. Brouwer Starck, die sedert het jaar 1860 en dus van den aanvang der Commissie af aan hare werkzaamheden deel nam. In zijne plaats werd op voordragt der Commissie benoemd de Heer Med. Dr. J. A. Moll, die deze benoeming aannam. Wat het onderwijzend personeel betreft dit onderging ver mindering door het vertrek van den hulp-onderwijzer Sonne naar Delft, waar hij bij eene particuliere gymnastiek- en schermvereeniging zal werkzaam zijn. Zijne plaats is nog niet vervuld. De werktuigen verkeeren in goeden toestand. Van het lokaal werd voorts, even ais in vorige jaren, ge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 250