i I dezen niet in verhouding tot hun vermogen om wat hun werd medegedeeld, te verteren. Wel werd van de zijde van hen, die behoud van den vier jarigen cursus voorstandenaangevoerddat het aanleeren der gronden van zes talen tegelijk, uit een paedagogisch oogpunt afkeuring verdiende; de meerderheid oordeelde dit argument echter niet juistomdat de gronden der moderne talen minstens reeds sedert twee jaren zijn aangeleerd op de Hoogere Burger school of elders door hen, die op de eerste klasse van het Gymnasium met de gronden van het Latijn en Grieksch zullen kennis maken. Eindelijk meende de meerderheid in onze commissie dat de daling van het peil der admissie examina aan onze Hooge- scholen waarop gewezen werd als beweegreden om zich met een vierjarigen cursus te blijven vergenoegen, voor hen, aan wie de zorg voor het voorbereidend Hooger onderwijs is toever trouwd geen reden mag zijn om tevreden te zijn met dit laagste peil, waarmede men des noods kan volstaan, maar dat men integendeel er naar moeten blijven streven om beschaafde jonge lieden door grondige studie der klassieke en der levende talen door beoefening van wis- en natuurkunde te ontwikkelen tot zulk eene Hoogte, dat zij hunne volgende studiën aan de Hoogeschool niet slechts volgens afrigtingsmethodemaar op wetenschappelijke wijze kunnen voorzetten. De nieuwe vijfjarige cursus zal nu met 1 September a. s. in werking komen. Het leerplan daarvoor is overeenkomstig art. 4 der overgangsbepaling (nieuwe verordening n° 391) voorloopig vastgesteld. Het is onze vurige wenschdat onze verwachtingen met den besten uitslag zullen worden bekroond. Maatregelen ter uitvoering van art. 4 der overgangsbepalingen zijn reeds door ons genomen en namens ons, door den rector bekend ge maakt. Bij gelegenheid dezer reorganisatie heeft Dr. O. van Osen- beuggen, sedert 12 Augustus 1833 in dienst der gemeente werkzaam, verzocht eervol van zijne betrekking als conrector en docent te worden ontheven. In zijne zitting van 17 Junij 11. heeft de gemeenteraad aan dat verzoek van dien algemeen ge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 256