a.
van
de vorming der
e.
i
i
c. Themata uit ’t eerste stukje van Dr. v. d. Es.
d. Woordontleding en vertaling uit ’t Grieksch leesboek van
Dr. Cobet en Dr. de Gelder, 2de druk en uit de Anabasis
(ed. Cobet, 2de druk).
b. Latijn. 6 uren.
De geheele Etymologie. (Spraakkunst van Madvig, vert,
door Dr. Boot, 3de druk).
b. De voornaamste regels van de Syntaxis.
c. Themata volgens dictee.
Woord- en zins-ontleding
c.
ft. Bespreking
en vertaling uit Nepos
Nedeklandsche taal. 2 uren.
van taalregels volgens de Nederlandsche Spraak
kunst, door Dr. P. J. Cosijn (Syntaxis). Haarlem Erven
Bohn. 1871.
b. Opstellen en vertalingen.
c. Kunstmatige voordracht.
d. Kritische lezing van den Spectator van van Effen (klas
siek. lett. Pantheon van Roelants) en van de Camera
Obscura van Hildebrand. (7de goedkoope uitgaaf).
d. Feansoh. 2 uren.
ft. Spraakkunst volgens de Grammaire van Poitevin.
b. Opstellen over opgegeven onderwerpen.
c. Lezing en verklaring van een treurspel van Racine,
een blijspel van Molière en van le Conscrit de 1813 van
Chatrian.
d. Korte geschiedenis der letterkunde van
taal tot de eeuw van Lode wijk XIV.
Spreekoefeningen.
e. Hoogduitsch 2 uren.
Spraakkunst volgens Deutsche Sprachlehre von Th. Meurer.
Gulpen, bij Alberts.
1) Alleen de laatste Teubner's uitgaven van de klassieke auteurs worden aan
de leerlingen op ’t Gymnasium toegestaan, tenzij in dit Leerplan eene andere
uitgave uitdrukkelijk is aangewezen.