Wat aangaat den staat der geldmiddelen van de Muzijk-
school hebben, blijkens de reeds vroeger aan Uwe Excellentie
Aan het muzijkaal onderrigt voor de Kweekelingen der Normaal
lessen (aanstaande schoolonderwijzers) nemen in dit jaar 30 jonge
lieden deel, 14 in de eerste en 16 in de tweede klasse. Reeds
in het vorige jaar moesten wij aan Uwe Excellentie mededeelen,
dat de Directeurdie zich voortdurend met dit onderwijs belast,
daarvan niet dezelfde voldoening ondervond als in vroegere jaren,
en dat hij reden had gehad om zich bij den districtsschoolopziener
over nalatigheid en gebrek aan belangstelling der kweekelingen
te beklagen. De toestand schijnt sedert niet verbeterd te zijn.
Immers in zijn laatste rapport aan onze Commissie zegt de
Directeur: Van de vorderingen dezer kweekelingen valt weinig
loffelijks te vermelden; zij geven zich weinig moeite om iets
te leeren, daar zij weten, dat het er bij de later door hen af
te leggen examens weinig toe doet, of zij, voor zooveel de
Muzijk betreft, goed beslagen ten ijs komen.” Wij kunnen dit
feit alleen onder de aandacht van Uwe Excellentie brengen;
middelen tot verbetering staan niet te onzer beschikking.
In het onderwijzend personeel heeft sedert de indiening van
ons vorig verslag geene verandering plaats gehad.
de in ons vorig verslag uitgedrukte hoop op spoedige voor
ziening in de te dezen aanzien bestaande dringende behoefte
nog niet vervuld heeft kunnen worden. Intusschen is er een
belangrijke stap nader tot bereiking van het gewenschte doel
gedaan. Door de welwillendheid van het bestuur van ’s Graven-
hage zijn op de gemeentelijke begrooting middelen aangewezen
om de kosten der inrigting van een nieuw en ruim locaal te
bestrijden, en er is een nieuw bouwplan ontworpen, hetwelk
op dit oogenblik nog een onderwerp van onderzoek uitmaakt.
Wij hebben dus grond om ons vleijen, dat in een volgend
schooljaar de ongelegenheden, waarover ten deze zoo door de
onderwijzers als door de leerlingen en hunne ouders met regt
geklaagd wordt, weggenomen zullen zijn.
I