I
I
’s Gbavenhage, 23 April 1874.
Van Bosse, Voorzitter.
E. G. Lagemans, Secretaris.
De Commissie van Toezigt over de
Koninklijke Muziekschool
ingediende bescheidende inkomsten gedurende het jaar 1873
buiten het saldo van 1872 ad f 2527.19s, bedragen: f 7.200
aan gewone subsidiën; f 190.57 aan renten der reserve voor
buitengewone uitgavenen f 4,422 aan schoolcontributien der leer
lingen. De uitgaven bedroegen: voor bezoldigingen ƒ11,691.90:
voor muziek en instrumenten 567.36 voor verwarming en
schoonhouden van het locaal 641.31s; voor meubilair 29.60;
voor diversen 552.285, zoodat er voor 1874 een saldo bleef
van 857.305.
Pensioenfonds. De renten van het kapitaal ten name van het
Pensioenfonds voor de onderwijzers der Muzijkschool hebben in
1873 bedragen 2263.75. Na aftrek van de daaruit aan zes
regthebbenden betaalde pensioenen, ten bedrage van 1664.73,
is van het overschot, volgens de bepaling van het reglement,
gebruik gemaakt tot den aankoop van 900 Inschrijving op
het Grootboek der 21 pCt.’s Nationale Werkelijke Schuldwaar
door het Kapitaal van het Fonds geklommen is tot 91.000
nominaal.