'T
358,736.
5,000.
20,000.
aanwezig
prijzen die voor den haring werden besteed, tevens tot ver
blijdend bewijs strekt dat het vooroordeel omtrent de hoeda
nigheid van de Scheveningsche pekelharing is geweken.
Eén bomschip ging bij de schrobnetvisscherij verloren, de
bemanning bleef gelukkig gespaard. Aan vischwant werd geen
buitengewoon verlies geleden; wat daaraan verloren ging was
tengevolge van den moedwil van Engelsche en Fransche visschers.
De algemeene uitkomst der visscherij in 1873 was zeer be
vredigend en gunstiger dan in voorgaande jaren.
De vangst bestond uit 42 a 44,000,000 stuks steurharing
en 31,800 ton pekelharing, waarvan de opbrengst wordt be
rekend opf 1,336,340.
Voorts werd met de schrobnetvisscherij besomd
aan versche visch voorf
garnalen voor
zeesterren voor den landbouw
Daar van het vorige jaar geen voorraad meer
was, vonden de verschillende vischsoorten zoolang de visscherij
duurde gretigen aftrek.
De hoogste en laagste prijs was van de volle steurharing per
1000 ƒ34 en ƒ14; volle pekelharing per ton ƒ32 en ƒ16. Voor
versche visch zijn geen bepaalde prijzen op te geven.
Voor de visscherij en vischdroogerij werden 3,349,191 kilo
gram ruw zout te Scheveningen aangevoerd, eene waarde ver
tegenwoordigende van ruim ƒ60,000.
Werd in 1872 nog tweemaal eene proef genomen met de
beugvisscherijdie telkens vruchteloos afliep, in 1873 heeft
men zich daaraan niet eens gewaagd.
Met de uitbreiding der visscherij gaat die van de daarmede
verwante bedrijven hand aan hand.
De scheepstimmerwerven hadden meer werk dan zij konden
afleveren. Ditzelfde was het geval met de zeil- en blok-
makerijen, smederijen, taanderijen, mandenmakerijen en kuipe
rijen.
De aanvoer van haring en andere visch van Engeland, maar
inzonderheid van Noorwegen, alsook uit verschillende binnen-
landsche visschersplaatsen was ook in het afgeloopen jaar zeer
i