- I V. Nijverheid. Als bijlage volgt achter dit verslag eene tabel, aanwijzende de fabrieken te ’s Gravenhage en te Scheveningenwaar stoom werktuigen worden gevonden, benevens het aantal mannelijke en vrouwelijke werklieden boven- en beneden 16 jaar, op 31 December 1873 aldaar werkzaam, en het hoogste en laagste bedrag van het weekloon. Tot ons leedwezen mist die tabel Voor zooveel ons bekend, bleven de alhier gevestigde reede- rijen voor de groote vaart van de Heeren Huijgens en Har- denberg en C. Jut en Comp. alsmede die van de Heeren L. van der Hilst en Zonen onveranderd. De reederij van den Heer J. J. van den Berg werd met een Schoonerschip ver meerderd; zij bestaat thans uit een Schooner-galjootschip van 82- en een Schoonerschip van 76 lasten. De toestand der binnenvaart is nogtans minder gunstig dan vroeger, toen spoorweg en stoomvaart de concurrentie nog niet op zoo uitgebreide schaal hadden aangevangen. Tegen de sneller en goedkooper middelen van vervoer, welke de stoom heeft in ’t leven geroepen en waarvan ook 's Gravenhage ruimschoots kan partij trekken, kunnen de gewone zeilschepen uit den aard der zaak de mededinging niet volhouden. Voor zooveel deze ge meente betreft, wordt die mededinging nog moeijelijker door het havengeld, dat in geene gemeente van ons land tot zoo hoog bedrag wordt geheventerwijl zij nog deze afkeurens- waardige eigenschap heeft dat zij de inwonende schippers zwaarder treft dan de vreemde. Een ander niet minder groot bezwaar is de belemmeringdie de scheepvaart ondervindt door het langdurig gesloten houden der bruggen en van den boom. Het mag betwijfeld worden of deze maatregel genoegzaam wordt geregtvaardigd door de zekerheid, die het gemeentebestuur zich wenscht te verschaffen voor de rigtige betaling van het havengeld; in ieder geval is het zeker dat deze maatregel menigmaal belangrijke schade aan de scheepvaart veroorzaakt. b. Buitenlandseh.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 339