31 a. b. d. 2°. Bruggen. De brug over het Kanaal in den Badweg, genaamd de voor aankoop van plantsoen, boven en behalve het uit de kweekerij gebruikte voor ruim 1900, en voor onderhoud van het ’s Gravenhaagsche Bosch de gewone bijdrage van f 1000. Rivieren, kanalen, vaarten en bijbehoorende werken, als: waterkeeringen, overlaten, lijnpaden, sluizen, duikers, beschoeiingen, los- en ladingplaalsen, bruggen, enz. Reeds in het vorig Verslag werd opgemerkt, dat de proef met het in eigen beheer doen baggeren en diepen der grachten, vaarten en slooten niet zóó gelukkig was ge weest, dat men daarmede wenschte voort te gaan. Uit dien hoofde werd dit werk tegen 1 January 1873 weder in het openbaar aanbesteed voor den tijd van vijf jaren. De verbreeding der geulen van het vaarwater in de grachten, waarop reeds vroeger als eene noodzakelijkheid werd gewezen, bleek van lieverlede in het belang der scheepvaart onvermijdelijk te zijnen daarom werd dat werk in het bestek opgenomen en in het afgeloopen jaar voor een gedeelte reeds uitgevoerd. Ook met de verbreeding van de Zuidoostcingelgracht die gereed was tot aan de brug over de Nieuwe Haven, is men voortgegaan en wel tot aan de loopbrug tegenover de Hekkelaan, zijnde eene lengte van 326 meters. Het nut dezer verbreeding wordt meer en meer ingezien en gewaardeerd. 1°. Grachten, vaarten, enz.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 37