39 835 IV. a. 2 68 1 zooveel de localen betreft tot opneming van overledenen aan besmettelijke ziekten, waarvan nog geen begraving mag plaats hebben. In het afgeloopen jaar werden begraven: op de algemeene burgerlijke begraafplaats 1333 lijken; op de bijzondere begraafplaats der R. Cath. Parochiale gemeente op de begraafplaats „ter Navolging” bij Scheveningen op de Ned. Israëlitische begraafplaats. op de Portug. Gemeente-gasthuis. Over den toestand van het Gemeente-gasthuis treedt de Commissie van bijstand in het beheer dier inrigting in haar verslag (bijlage O) in de gewenschte bijzonderheden waarbij zij verwijst naar het verslag van den Geneesheer- Directeur, hetwelk wij als bijlage P hierachter laten volgen. Met de Commissie brengen wij hulde aan Jhr. Mr. H. A. C. de la Bassecour Caan voor de diensten, doorhem tot aan zijne aftreding als Raadslid aan het gasthuis be wezen, en met haar zagen wij de ledige plaats in de Commissie met genoegen door de benoeming van Jhr. Dr. J. L. C. Pompe van Meerdervoort aangevuld. Door de aanstelling van Dr. J. Hoogkamer tot hulp- geneesheerwerd de zware taak van den geneesheer- directeur eenigermate verligt en de Raad zal voorzeker met welgevallen uit de gemelde verslagen opmerkendat men reden heeft over de gedane keuze te vreden te zijn. De geneesheer-directeur roemt den ijver en de bekwaam heid van hen, die hem ter zijde staan en daarop berust, bij zijn erkende toewijding aan zijne schoone roeping, ons n GAST- EN ZIEKENHUIZEN EN KRANKZINNIGEN-GESTICHTEN. n T)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 45