Mr. J. Heemskerk Azn., 76 Mr. J. J. van Geuns, J. G. W. Fijnje en R. W. A. Sluiter, om met de overgebleven Ledende Heeren A. H. Drijfhout van Hooff, Mr. J. Kappeijne van re Coppello en Dr. L. J. Egeling voortaan de plaatselijke Schoolcommissie van toezigt op het middelbaar onderwijs uit te maken. Nog gedurende het geheele jaar moest de school ge vestigd blijven in het gebouw op den hoek van het Westeindeomdat het nieuwe locaal voor de hoogere burgerschool, op Bleijenburg opgetrokken, hoewel reeds in October afgebouwd, uit verschillenden hoofde moeijelijk vóór het einde van December betrokken kon worden, en het verkieslijk werd geacht de overbrenging met de Kerst- vacantie te doen plaats hebben Inmiddels werd evenwel zorg gedragen dat deze vertraging niet hinderlijk was aan de school, en dat de oude localen in een goeden staat bleven verkeeren. Natuurlijk heeft de nieuwe organisatie in 1873 te kort gewerkt, om daaromtrent reeds eenig oordeel te mogen uitbrengenhierover zal dus eerst in het volgend Verslag kunnen berigt wordenmaar het zij ons toch veroorloofd onzen dank toe te brengen aan de afgetreden Commissie voor de voorbereiding dezer gewigtige organisatie, waar mede zij haar belangrijke taak waardiglijk heeft geëindigd. Aan de leden der Commissiede Heeren Mr. F. be Greve Jhr. Mr. J. K. J. be Jonge Generaal-Majoor J. D. Delprat en Jhr. Mr. F. G. A. Gevers Deynoot werd op hun verzoek een eervol ontslag verleend, en tot nieuwe leden werden benoemd de Heeren

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1873 | | pagina 82